Steeds meer Nederlanders kijken naar audiovisueel materiaal via smartphone en tablet. Bijna de helft van de Nederlanders van 13 jaar en ouder (48%) kijkt wel eens audiovisueel materiaal op een smartphone en ruim een derde (36%) kijkt wel eens audiovisueel materiaal op een tablet. Het bereik van AV-content via desktops en laptops is ten opzichte van een jaar eerder nagenoeg gelijk gebleven. Verder blijkt dat er meer televisiecontent via het televisiescherm wordt gekeken.
Dat blijkt uit het onderzoek “Moving Pictures 2013” dat Stichting Kijkonderzoek (SKO) vandaag publiceert. Moving Pictures 2013 is voor de derde keer op rij uitgevoerd. Aan de hand van dit onderzoek monitort SKO de trends in het gebruik van smartphones, tablets, desktops, laptops en het televisiescherm voor het bekijken van audiovisueel materiaal.
De groei van het bereik van AV-content via smartphones en tablets is vooral toe te schrijven aan de groeiende penetratie van deze devices. Het aantal Nederlanders van 13 jaar en ouder dat een tablet of een smartphone bezit, is significant toegenomen. In 2012 gaf 34% aan een tablet te bezitten, in 2013 is dat percentage gestegen naar 51%. De stijging van het smartphone-bezit verliep van 54% in 2012 naar 63% in 2013. Onder jongeren en jongvolwassenen is de penetratie van de smartphone gestegen tot boven de 80%. Bij de overige devices (televisie, desktop en laptop) zijn geen significante verschillen in bezit vastgesteld.
Men kijkt gemiddeld genomen evenveel naar AV-content op de smartphone en tablet als in 2012. Het televisiescherm neemt met 77% van alle AV-kijkminuten het grootste aandeel voor haar rekening. Dat was in 2012 niet anders.
Lineaire TV wordt het meest via het televisiescherm bekeken (98%). De kijktijd van lineaire tv-programma’s op andere devices bedraagt 2%.
Bas de Vos (directeur SKO) zegt hierover: “De groei van het bekijken van AV-content komt uit de aanwas van nieuwe bezitters van een tablet of smartphone. Het gedrag bij bezitters van een apparaat zien we namelijk niet veranderen. Moving Pictures stelt ons in staat om te volgen of dit gedrag in de toekomst wel verandert, zodat we daarop tijdig kunnen anticiperen.”