Al enige jaren keert het terug rond het Mediapark Jaarcongres: het vertonen van aanvullende content van internet bij tv-programma’s, met HbbTV als standaard. Nu is het klaar in Nederland. Het wachten is op deelname van UPC en Ziggo.
HbbTV is de technologie die via het omroepsignaal extra gegevens meestuurt die door het televisietoestel of de settopbox gecombineerd worden met gegevens van internet. Omroepen moeten het signaal sturen, apparatuur moet er gereed voor zijn. Dan moet dat wel hetzelfde signaal zijn. De vereiste standaardisatie is nu gereed, zegt Rob Koenen van TNO.
Hij leidde de Nederlandse club met tv-zenders als NPO, RTL en SBS en tv-bouwers als TP Vision (voorheen Philips), LG, en Sony. “We hebben gestandaardiseerd op versie 1.5, die internationaal is en meer mogelijk maakt dan de 1.1 versie waarop Duitsland vroeg heeft gestandaardiseerd.”
Onderdeel van 1.5 is Adaptive Streaming, het transporteren van video met het bekende http waardoor de vele verschillende kwaliteiten video van internet altijd kunnen worden afgespeeld ongeacht de firewall. De kwaliteit wordt aangepast aan de snelheid van de online videoverbinding.
Moet Nederland nu aparte tv-toestellen laten maken voor deze nationaal geformuleerde standaard, die dan duurder worden? Koenen: “Nee, dat loopt zo’n vaart niet. We hebben met opzet aansluiting gezocht bij onder andere Frankrijk die dezelfde standaard hanteert. En de tv-fabrikanten letten goed op dat de standaarden in verschillende landen overeenkomen. Ook zij willen liever geen verschillende versies produceren.”
In de loop van 2014 moeten de eerste toestellen worden geïmporteerd met de HbbTV 1.5, waarna het nog een poos duurt voor alle huishoudens ervan zijn voorzien. De publieke omroep gebruikt al HbbTV. Bij Nederland 1, 2 en 3 wordt extra informatie beschikbaar gesteld, op te roepen met de rode knop van de afstandsbediening van een aantal decoders. Uitzending Gemist op tv bekijken kan met HbbTV ook wat gebruikersvriendelijker, met extra informatie over wat er voorhanden is.
Koenen noemt als nieuwe toepassingen programma gemist via de afstandsbediening, het op televisie in beeld brengen van een doventolk vanaf internet tijdens tv-programma’s, uitgebreide teletekst met grafieken, foto’s en filmpjes en het stemmen tijdens wedstrijden.
Innovatie met toepassingen zal nu dankzij de standaard goed van de grond komen naar verwachting. Ook RTL en SBS gaan ermee aan de slag.
Co-voorzitter van de HbbTV-groep Frank Visser staat nu voor de opgave om alle partijen in Nederland mee te krijgen: “In Duitsland is HbbTV al groot en in Nederland wordt het hier en daar gebruikt met de 1.1 standaard. Met een breed gebruikt platform kun je een rijke markt van toepassingen ontwikkelen. Daar moet je geen tijd mee verliezen.”
Visser waarschuwt dat het geen internet op tv is, internet is louter het transportmiddel voor aanvullende content. Distributeurs moeten dus wel meedoen. Nederlandse zenders maken de stap, en volgens Visser werkt HbbTV op Nederland 1, 2 en 3 via Digitenne, op satelliet, en geven enkele kleinere kabelaars het al door. In zijn rijtje ontbreken de grootste partijen UPC en Ziggo.
“In het zogenaamde demuxen van het signaal wordt HbbTV eruit gefilterd en er niet weer in gestopt als het signaal aan de klanten wordt doorgegeven. Ik hoop dat ook de grote kabelaars zich alsnog aansluiten.”
Voor de kabelaars is een open standaard als HbbTV om ‘over de top’ beeld en aanvullingen op televisie te brengen net zo’n bedreiging als Google TV, Apple TV en de smart TV’s van Samsung etc. Er ontbrandt strijd.
Visser klikt op deze applicatie van de publieke omroep en legt uit: “Probeer te surfen met je cursortoetsen en de enter knop, dat is namelijk wat je afstandsbediening ook heeft. Dit is HbbTV van de NPO zoals dat nu al in hun signaal zit, en wat dus ook via Digitenne wordt doorgegeven.”
Waarmee hij maar wil zeggen dat je interactieve tv kunt bieden zonder dat er een groot interactief tv-platform nodig is van een kabelaar.
En nog een voordeel: “Er is ook geen tv-retourkanaal nodig, dat hebben Digitenne en een satelliet immers niet, de tv haalt zelf alles wat hij nodig heeft van het internet, inclusief een retourkanaal.”
Auteur: Peter Olsthoorn (in opdracht van iMMovator)