De komst van grote spelers als Hulu en Netflix naar de Nederlandse markt zal een grote stimulans betekenen voor de lokale videoproductie. Dat voorspelt Erik Anderson van digitale distributeur Premiere Digital Services (PDS). 20 juni was hij spreker tijdens het Mediaparkjaarcongres 2013. Peter Olsthoorn interviewde hem voorafgaand aan dit media event.
PDS staat voor Premiere Digital Services, maar heeft niets van doen met het gewezen Duitse tv-bedrijf Premiere. PDS biedt mondiaal verwerking, opslag en publicatie van digitale video op een aantal platforms zoals iTunes en YouTube. Alle grote spelers in Hollywood zoals NBCUniversal, Warner Brothers en Paramount maken er gebruik van, maar in toenemende mate ook voor kleintjes.
Anderson: “Juist in de digitale markt is een oneindig aantal producenten actief, en dat boeit me. Hoe kun je die kleine spelers ondersteunen bij het vinden van een rendabel bedrijfsmodel? We bieden grote en kleine spelers dezelfde ondersteuning. Dat past bij internet.”
Het bedrijf profileert zich vanwege de kleine klanten meer en meer als een ‘content aggregator’. “We bieden niet enkel technische ondersteuning, maar ook juridische hulp. Met al de platforms hebben we overeenkomsten gesloten voor de kleine leveranciers van video want die hebben de macht niet. Want als kleine partij is het gewoon moeilijk om aandacht te krijgen van die grote platforms. Wij representeren ze.”
PDS laat kleine videopartijen meestal een vast bedrag betalen, liever dan opbrengstdeling te vragen: “Ze zijn snel uit de kosten, dus kunnen ze beter de kosten betalen en de opbrengsten voor zichzelf houden.”
Nog steeds is iTunes het belangrijkste platform voor PDS, vanwege de 200 miljoen betalende klanten. Voor zo’n 300 dollar, zegt hij, kan een episode van een klein half uur probleemloos in HD online komen in iTunes. De vervolgkosten voor verwerking voor andere platforms komen eerder richting honderd dan naar duizend dollar.
Anderson schat dat nu zo’n 10 procent van zijn omzet van de kleintjes komt. “Dat kan veel meer worden want er zijn veel meer kleine spelers dan grote.” In totaal kwam er in de 1,5 jaar van het bestaan van PDS al zo’n drie miljoen binnen. Het opende naast het hoofdkantoor in Los Angeles al vestigingen in Chicago en Bangalore. Europa is aan de beurt, wellicht Amsterdam?
Anderson: “We zullen zeker een kantoor in Europa openen, ofwel ons eigen kantoor of een partnerschap met een bestaande Europese onderneming. We zullen zien. We bouwen momenteel ons kantoor in India uit en zijn gesprekken gestart voor een kantoor in Rusland. Zodra deze helemaal op poten staan, zal Europa de volgende zijn.”
Het bedrijf sprong precies op tijd in een groeimarkt en de ervaring van Anderson als chef van digitale videoverwerking bij iTunes hielp hem bij de snelle opmars.
Lokale videoproducties tellen
Het vermoeden dat vooral de grote spelers de videostrijd zullen overleven, weerspreekt Anderson: “De grote spelers als een Google, Amazon, Apple en Microsoft zullen wellicht 90 procent van de videomarkt voor zich opeisen gezien hun enorme bronnen, maar er blijven altijd kleine partijen aanbieden.
Consumenten houden er niet van als de markt door enkele giganten wordt verdeeld. Ze zijn zeker in deze tijd op zoek naar speciale aanbieders waarmee ze zich verwant voelen. Zelf betrek ik m’n video’s vooral bij Vudu, een kleine speler met maar 2,5 procent marktaandeel. Daar voel ik me thuis vanwege de goede service.”
Evenmin gelooft Anderson dat er een overnameslag komt: “Het is veel goedkoper om zelf een platform op te zetten en te onderhouden dan om een grote speler te kopen. Dat vergt al snel honderden miljoenen. De enige reden om dat te doen is het kopen van klanten. Zoals Instagram onderdeel werd van Facebook voor maar liefst 1 miljard dollar.”
Is datzelfde Facebook dan gezien de vele videoconsumptie via aartsvijand YouTube (Google) dan niet de aangewezen partij om een Hulu of Netflix te kopen? Anderson: “Inderdaad, daar noem je een partij die in videodistributie nog een groot eigen platform ontbeert. Facebook zou Hulu kunnen kopen.”
Ook al vanwege sociale tv? “Nee, want met on-demand kijken werkt dat niet goed. Voor het kijken op schema zal dat wel grote veranderingen brengen en wellicht ook het tegelijkertijd kijken weer stimuleren.”
Maar de grote verandering in volume komt toch van het uitgesteld kijken. De Europese markt kan het komende jaar een uitbreiding van Hulu en Netflix tegemoet zien. Ze gaan ook op zoek naar lokale producties, zo heeft Anderson geleerd. “Ze moeten zeker niet alleen maar Amerikaanse titels aanbieden, daar maak je je in Europa niet populair mee en ook niet in India en Turkije.
In Rusland zagen we met de komst van de lokale iTunes dat de weinig lokale titels tocht gemakkelijk in de top-20 van meest gedownloade programma’s kwamen. Je moet echt de culturele aansluiting zoeken.”
Videorevolutie
Volgens Motorola Mobility’s Fourth Annual Media Engagement Barometer van videoconsumptie – samengesteld uit een enquete onder 9.500 kijkers in 17 landen – wordt al bijna 30 procent van de video niet-lineair bekeken. Vooral nieuws en spannende sport wordt nog live gekeken. Cisco voorspelt dat in 2017 van het internetverkeer dan video zal zijn, van dan 3,6 miljard internetters.
Het aandeel huishoudens met een digitale recorder steeg van 30 naar 45 procent in één jaar tijd. Echter, ook 30 tot 40 procent van de zelf opgenomen content wordt weggegooid. Veel verspilling dus in een overvloedige markt. Anderson ziet dat met lede ogen aan: “Hier praat ik liever niet over. De markt wordt inderdaad snel rijp. De infrastructuur is niet gereed voor die enorme hoeveelheden video. Anderhalf jaar terug was 80 procent van het Amerikaanse verkeer al van Netflix, met nog maar 20 miljoen klanten, 10 procent van de bevolking. De meeste mensen kiezen mainstream en dan biedt blu-ray nog een betere kwaliteit.”
Al 25 procent van de YouTube views wereldwijd is mobiel, zegt Ericsson in haar Mobility Report. Mobiel videoverkeer groeit met 60 procent per jaar en groeit naar 50 procent van het totale mobiele verkeer. De groei naar 4G is pure noodzaak. Anderson: “Echt een kip-ei kwestie. Videoconsumptie moet groeien om investeringen in infrastructuur te rechtvaardigen, maar kan pas toenemen met hogere bandbreedtes.”
Meer online video tijdens Mediapark Jaarcongres
Op 20 juni organiseren Beeld en Geluid, Media Academie en iMMovator het Mediapark Jaarcongres (MPJC) in de vernieuwde studio 21 op het Media Park. Innovatie en inspiratie staan centraal tijdens dit media-event waar tijdens vorige edities 700 professionals op afkwamen. Online video is een van de onderwerpen die tijdens het congresprogramma aan bod komen. Ook second screen, mediabeleid en storytelling passeren de revue tijdens MPJC.
Meer informatie over MPJC en het programma via www.mpjc.nl. Schrijf je in met vipcode BTVN213 en je betaalt bovendien niet €175,- voor een dag innovatie en inspiratie, maar slechts €145,-!