In de tweede helft van 2010 was 6 van de 10 Nederlandse huishoudens voorzien van digitale televisie (59%). 1 op de 4 huishoudens heeft een harddisk recorder (24%).
Maar Internet TV en Mobiel televisie kijken groeien niet verder. Dit blijkt uit het Establishment Survey van SKO, dat in 2010 door Intomart GfK in opdracht van SKO is uitgevoerd. In 2010 werden bij 6.263 Nederlandse huishoudens de belangrijkste televisiekenmerken vastgesteld.
Het kijken naar televisieprogramma’s op internet (Web-TV) groeit opvallend genoeg niet meer in de tweede helft van 2010. In de tweede helft van 2009 keek 35% van de Nederlandse huishoudens wel eens tv via de computer. In de eerste helft van 2010 stijgt dat significant naar 40%, maar stabiliseert in de tweede helft van dit jaar.
Slechts 3% van de Nederlandse huishoudens kijkt wel eens op deze manier TV. En dat groeit niet meer in de tweede helft van 2010. In de eerste helft van 2010 steeg het nog wel significant ten opzichte van 2009 (van 2% naar 3%).
Ruim de helft van de huishoudens in Nederland hebben de mogelijkheid digitaal televisie te kijken. Het totale percentage digitale ontvangst is gestegen van 55% in de eerste helft van 2010 naar 59% in de tweede helft van het jaar.
1 op de 4 huishoudens (24%) heeft een harddisk recorder. Bij de randapparatuur die op het tv-toestel is aangesloten, stijgt het aantal harddisk recorders in Nederlandse huishoudens van 22% naar 24% in de tweede helft van 2010. Deze toename in HD-recorders wordt vooral veroorzaakt door een sterke toename van digitale decoders met harddisk, die in 13% (was 11%) van de huishoudens te vinden zijn.
Ondamks het feit dat kijken via internet niet is toegenomen volgens de Establishment Survey, is percentage uitgesteld kijken binnen 7 dagen via het televisietoestel gegroeid van 1,6% naar 2,1% van de totale kijktijd. Ondanks de relatief kleine percentages is dit toch een groei van ruim 30%.
Het op internet opvragen van televisieprogramma’s groeit in 2010 ook zeer sterk, volgens het jaaroverzicht van de kijkcijfers. In de periode van januari tot en met augustus stijgt het aantal opvragingen op internet van programma’s van RTL en NPO van 69 miljoen (2009) naar 102 miljoen (2010). Een stijging van 49%! Terwijl het aanbod aan titels vergelijkbaar is.
Bas de Vos (directeur SKO) meldt dat ‘dit opzienbarende ontwikkelingen zijn. Waar iedereen er altijd maar vanuit gaat dat nieuwe manieren van televisiekijken ten koste gaan van de bestaande, blijkt dat vooralsnog niet het geval.’ Uitgesteld kijken blijkt namelijk te komen bovenop het ‘live’ kijken, waardoor het totaal aantal minuten kijktijd per dag is gestegen.