Interactieve televisie is een aanrader. Dat blijkt uit een praktijktest dat Het Nieuwsblad voor Huizen heeft gehouden samen met Ziggo, UPC en Tele2.
De telecombedrijven hebben hoge verwachtingen van interactieve televisie. Daarbij kan de kijker via een speciale afstandsbediening en een apart kastje onder de tv speelfilms bestellen, afleveringen van oude en nieuwe series, documentaires en cabaret. Een abonnement op interactieve televisie kost een paar euro in de maand en alleen voor speelfilms bestellen moet je daar bovenop nog een paar euro betalen.
Tientallen lezers hadden zich gemeld voor de gratis apparatuur en twee maanden kosteloos kijken. Zij gaven na afloop aan, dat zij minder zomaar wat zapten, maar gerichter naar een programma zochten dat zij graag wilden bekijken. Het aanbod is groot: honderden speelfilms, tientallen series en een steeds wisselend aanbod aan andere tv-films en documentaires.
Wat menigeen tegenviel, is de beperkte omvang van het aanbod aan programma’s via Uitzending Gemist en de tegenhangers van de commerciële omroepen. Men dacht alles terug te kunnen zien. De beeldkwaliteit is in de herhaling minder, merkte men terecht op. Ook vinden velen het jammer dat de Elektronische Programma Gids maar anderhalve dag vooruit kijkt. Van de omroepen mag dat nu eenmaal niet langer. Een enkeling vond het aanbod aan kinderfilms en juist hele oude televisieseries wat beperkt.
Over het bedieningsgemak van de apparatuur was iedereen tevreden. Aansluiten verliep soepel en voor het bedienen was soms niet eens de handleiding nodig. Live-televisie kunnen pauzeren (wat trouwens alle digitale recorders kunnen) werd zeer geprezen. De testdeelnemers vinden interactieve televisie een uitstekende manier om zélf te beslissen wat je wilt zien en vooral ook wanneer. ‘Ik vond het een erg leuk initiatief om mee te werken aan deze test en heb er van genoten’, aldus Anita Ekelschot. En mede-tester Ruud Bennis stelde: ‘Ik kan over het algemeen absoluut tevreden zijn over interactieve televisie. Het heeft absolute meerwaarde.’ (tekst Nathalie Mathot; Nieuwsblad voor Huizen)