Vanaf 1 januari wordt niet alleen het kijkgedrag tijdens het moment van uitzenden gerapporteerd, maar neemt men ook het zogeaamde ‘uitgesteld kijken’ in de cijfers mee. Dat gaat dan om kijken via een harddisk- of videorecorder of het ‘on demand’ oproepen van een uitzending.
Dit houdt in dat als mensen een uitzending pauzeren en daarna weer verder kijken, of een uitzending opnemen en op de dag zelf, of in één van de 6 opvolgende dagen nog terugkijken, dat in de prestaties van de zender wordt meegerekend.
Bas de Vos (directeur SKO) zegt hierover: ‘De gemiddelde invloed op de cijfers is nog niet heel groot, maar het is wel een wezenlijke verandering in het denken over wat een kijkcijfer is. Tot 1 januari gaf een kijkcijfer het aantal kijkers weer, dat keek tijdens de uitzending. Vanaf 1 januari geeft een kijkcijfer het aantal kijkers weer tijdens de uitzending EN het aantal kijkers dat het programma opnam en op de dag zelf of op één van de zes opvolgende dagen nog terugkeek.’ De cijfers zijn dus pas definitief na zeven dagen.
Om de markt toch van dagelijkse cijfers over de voorgaande dag te kunnen voorzien, wordt door SKO ook gerapporteerd over alleen de uitzenddag. Dat betreft dan al het kijkgedrag op de dag van uitzenden. Zowel dat tijdens de uitzending, als ook uitgesteld op dezelfde dag.